Factcheck: 5 (on)waarheden over elektrisch laden

Wagen elektrisch laden op het werk

Elektrisch rijden is de toekomst, hoor en lees je overal. Toch staan velen van ons vandaag nog niet te springen om de switch te maken. Een elektrische auto kost te veel, en dat elektrisch laden is ook zó onhandig. Maar is dat wel zo? Hoog tijd voor een factcheck: wij legden een ervaren elektrische (EV-)rijder vijf ogenschijnlijk simpele stellingen over elektrisch laden voor om feit van fictie te onderscheiden. Vervolgens vroegen we Anne Delanote, Fluvius-expert duurzame mobiliteit, om een reactie.

Groene bedrijfswagens vanaf 2026

De kogel is door de kerk: vanaf 2026 hanteert ons land emissievrije bedrijfswagens als de norm. Enkel bedrijfswagens die geen broeikasgassen uitstoten - vooral elektrische wagens dus - zullen vanaf dan nog van een fiscaalvriendelijk regime kunnen genieten. Benzine- en dieselwagens worden vanaf 2023 jaar na jaar minder fiscaal aftrekbaar.

Ook wie de komende drie jaar thuis een laadpaal installeert, krijgt een fiscaal voordeel. Verder zullen bedrijven de installatiekosten van laadpalen kunnen inbrengen als ze deze ‘semipubliek’ toegankelijk maken. Dan kunnen andere EV-rijders die in de buurt wonen, de laadpalen vrij gebruiken.

Met deze maatregelen wil de overheid geleidelijk overschakelen naar een emissievrij bedrijfswagenpark.

Ervaringsdeskundigen elektrisch laden aan het woord

Reinhard de milt
Reinhard De Milt
  • 41 jaar
  • Communicatiestrateeg
  • Tesla Model X
  • Twee jaar EV-rijder
Anne Delanote
Anne Delanote
  • 38 jaar
  • Expert duurzame mobiliteit bij Fluvius
  • Volvo XC40 plug-in hybride

Stelling 1 - Een aansluiting om thuis je elektrische wagen op te laden, is zo gefikst.

Reinhard: “Voor mij klopt dat. Ik heb bij een constructeur een laadpaal gekocht en die thuis laten installeren door mijn elektricien. Omdat ik heel wat kilometers afleg en thuis snel wil opladen, hebben we onze elektriciteitsaansluiting laten ombouwen naar een driefasige aansluiting.

Gelukkig vielen die werken mee, maar het kost natuurlijk wel wat: voor de paal zelf betaalde ik 500 euro, voor de ombouw van de aansluiting en de installatie zo’n 1 000 à 1 500 euro. Als ik mijn wagen wil laden, parkeer ik hem nu simpelweg op de oprit en plug hem in de laadpaal.

Woon je in de stad en heb je geen oprit, dan is opladen natuurlijk veel minder evident. Dan ben je afhankelijk van een publieke laadpaal in de buurt. Zelf vind ik zo’n persoonlijke laadpaal de investering wel waard, alleen al voor het gemak en de gemoedsrust.”

Anne: “Wie minder dan 100 km per dag aflegt, hoeft thuis weinig technische ingrepen te doen. Meestal voldoet de bestaande elektrische installatie. De EV-rijder kan kiezen om zijn wagen via het stopcontact of via een (traagladende) laadpaal op te laden. Voor elektrische rijders die in de stad wonen en geen oprit hebben, willen de Vlaamse en federale overheden meer publieke laadpalen laten plaatsen én meer semipublieke laadpalen publiek toegankelijk maken. Zo kunnen werkgevers hun parkeerterrein openstellen na de werkuren. Ook meer laadpalen op winkelparkings installeren zou een oplossing zijn.

Leg je meer dan 100 km per dag af, dan voorzie je best een driefasige aansluiting en een snellere laadpaal, zoals ook Reinhard deed. Dit kun je via enkele muisklikken aanvragen op de website van Fluvius.”

Stelling
Een aansluiting om thuis je elektrische wagen op te laden, is zo gefikst.

Verdict
Waar

Conclusie
Traagladen (via het stopcontact of een trage laadpaal) is voor de meeste eigenaars van een elektrische wagen de beste oplossing. Voor wie thuis oplaadt, is een oprit wel handig. Een persoonlijke laadpaal is dat ook, maar dat is niet zo goedkoop.

 

Stelling 2 - Ik verkies laden op het werk boven thuisladen, omdat het mij minder kost.

Reinhard: “Als ik op het werk kon laden, zou ik het zeker doen. Met de groene omslag van de bedrijfswagens in het vooruitzicht is een investering in laadinfrastructuur voor bedrijven zeker geen slecht idee, zowel voor werkgevers als werknemers. Al ben je zonder thuisinstallatie wel kwetsbaar, want je hangt voor je stroomvoorziening volledig af van je werkplek. In tijden als deze, waarin thuiswerken de norm is geworden, is dat helemaal niet vanzelfsprekend.”

Anne: “Laden op het werk is goedkoper dan laden thuis, zeker als je werkgever hernieuwbare energie aanwendt en ‘load balancing’ toepast. Daarbij wordt de stroom dynamisch verdeeld over de verschillende laadpalen, waardoor de auto op rustige momenten sneller oplaadt dan op drukke momenten.”

Stelling
Ik verkies laden op het werk boven thuisladen, omdat het mij minder kost.

Verdict
Waar en niet waar

Conclusie
Laden thuis en laden op het werk vullen elkaar perfect aan. (Slim) laden op het werk, gecombineerd met groen opwekte energie, kan het prijskaartje voor werkgever én werknemer laag houden. Daarnaast biedt een thuislaadpunt onafhankelijkheid en comfort.

Stelling 3 – Het maakt niet uit hoe of wanneer je je wagen oplaadt.

Reinhard: “Dat hangt van meerdere factoren af. De autonomie van je wagen speelt een hoofdrol. Bij een elektrische wagen moet je in een rijbereik van ongeveer 300 kilometer leren denken. Maar veel last van ‘laadangst’ heb ik niet gehad, tenzij voor verre verplaatsingen. Thuis tracht ik zo slim en goedkoop mogelijk op te laden: ofwel laad ik mijn wagen ’s nachts op, ofwel overdag op het moment dat mijn zonnepanelen het meeste elektriciteit produceren. Ik probeer het maximum uit de zonnepanelen te halen.”

Anne: “Je elektrische wagen opladen, dat doe je het best ‘slim’. In het begin is het soms even zoeken naar het juiste ritme: opladen thuis, op het werk en soms onderweg. Gelukkig zijn er slimme energiesystemen op de markt die je wagen opladen op de manier die voor jou het best is. Zo’n systeem wordt gekoppeld aan je digitale meter en werkt in functie van jouw voorkeuren: rijgewoonten, opgewekte groene energie, energieprijzen … Ook bestaan er apps die je snel naar de dichtstbijzijnde laadpaal leiden. Zo kun je elke dag met een gerust hart de baan op.”

Stelling
Het maakt niet uit hoe of wanneer je je wagen oplaadt.

Verdict
Niet waar

Conclusie
Je elektrische wagen ‘slim’ opladen is de boodschap. De ideale mix van thuis, op het werk en soms onderweg opladen is voor iedereen anders, maar slimme energiesystemen en apps helpen je hierbij.

Stelling 4 - Er zijn vandaag nog steeds te weinig publieke laadpalen.

Reinhard: “Ik laad mijn wagen vooral thuis op, dus daar heb ik niet echt zicht op. Publiek laden is vandaag namelijk duurder dan thuisladen. De perceptie is wel dat er te weinig palen zijn. Daarnaast is een regeling voor de bezettijd van publieke laadpalen nodig. Vaak eist één auto een hele dag de enige laadpaal in de buurt op.”

“Als ik publiek oplaad, kan ik trouwens gebruikmaken van Tesla’s laadnetwerk Supercharger. Deze megasnelle laadpalen zijn om de 150 à 200 km neergepoot op rustige locaties vlakbij de snelweg. Ook andere fabrikanten bouwen vandaag aan een eigen laadnetwerk. Bovendien verschenen met Fastned en Ionity al enkele onafhankelijke laadpaalnetwerken op de markt.”

Anne: “Bij het brede publiek leeft het beeld dat er te weinig publieke laadpalen zijn, maar eigenlijk is dat niet zo. Voor het huidige aantal volledig elektrische auto’s zijn er zeker voldoende. Langs autosnelwegen vind je al vaak oplaadinfrastructuur, waar je in een halfuur – ideaal voor een koffiepauze - 80% van je batterij kunt opladen, Particulieren en lokale besturen vragen ook steeds vaker publieke palen aan. Bovendien ligt er een plan op tafel om extra palen te plaatsen, want het aantal elektrische rijders zal alleen maar toenemen. Idealiter evolueren we naar één laadpunt per tien elektrische wagens.”

 

Stelling
Er zijn vandaag nog steeds te weinig publieke laadpalen.

Verdict
Niet waar

Conclusie
Elektrische rijders en lokale besturen vragen zelf extra publieke palen aan. Eén laadpaal per tien elektrische auto’s is voldoende, in combinatie met het grote potentieel aan oplaadmogelijkheden thuis en op het werk.

Stelling 5 - De voordelen van een elektrische wagen wegen niet op tegen de kosten.

Reinhard: “Een elektrische wagen kost nog altijd veel geld. Als het aanbod toeneemt, zal daar ongetwijfeld verandering in komen. Wie nog twijfelt, raad ik aan om een volledige financiële analyse te laten uitvoeren. Zo’n analyse van de total cost of ownership (TCO), die niet alleen de aankoop maar alle kosten in rekening neemt, heeft mij de ogen geopend. Daarin worden factoren vergeleken als tank-/laadkost, onderhoudskost, kortingen op belastingen en voordelen van allerlei aard. Het verschil in aankoopprijs tussen een elektrische wagen en een diesel- of benzinewagen is vandaag nog groot, maar wanneer je alle kosten verrekent over vier of vijf jaar, liggen die bedragen toch dicht bij elkaar.”

“Zo’n analyse toont aan dat het in veel gevallen haal- en betaalbaar is om elektrisch te rijden. Daarnaast speelt het milieu ook mee in je keuze voor de investering. Toch is nog niet iedereen het 100% eens over de milieuvriendelijkheid van elektrisch rijden. Sommige onderzoeken stellen dat de batterijproductie even belastend is voor het milieu als de uitstoot van een benzinewagen, maar die stellingen worden even vaak weer ontkracht. Zoals bij zoveel nieuwe technologieën is het niet makkelijk om er eenduidige informatie over te vinden. Zeker is dat je door elektrisch te rijden toch bijdraagt aan een betere luchtkwaliteit.”

Stelling
De voordelen van een elektrische wagen wegen niet op tegen de kosten.

Verdict
Niet waar

Conclusie
Een brede financiële analyse kan de laatste twijfels rond elektrisch rijden wegnemen. Ondanks de hoge aankoopprijs van elektrische wagens en de verhoogde elektriciteitsfactuur, zijn er tal van voordelen (bv. qua tank-/laadkosten en onderhoud) die opwegen tegen de kosten. De aankoopkost zal de komende jaren nog aanmerkelijk dalen en bovendien pakken steeds meer autoproducenten uit met betaalbare modellen. Dat maakt het totale kostenplaatje nog aantrekkelijker.

Anne Delanote

Gerelateerde artikels