Laadpaal (laten) installeren
Als je overweegt om een elektrische auto te kopen en deze thuis op te laden, of als je een nieuwe elektrische bedrijfswagen hebt en de optie hebt om thuis een oplaadpunt te installeren, dan zijn er een paar belangrijke punten waar je rekening mee moet houden:
Elektrische aansluiting
- Controleer of je huisaansluiting het laadvermogen van het laadpunt kan dragen. Je installateur kan je hierover zeker adviseren.
- Voordat je een oplaadpunt installeert, moet je ervoor zorgen dat je elektriciteitsnet voldoende capaciteit heeft. Mogelijk moet je een elektricien inschakelen om te bepalen of er aanpassingen aan je elektrische systeem nodig zijn. Een installateur van laadpalen kan je hier ook mee helpen.
- Voldoende stroom om op te laden: Weet op welk type netwerk (230 of 400 V) je bent aangesloten. Sommige elektrische voertuigen vereisen de eigenschappen van een 400V-net. Via Mijn Fluvius kun je een wijziging van aansluiting naar een 400V-net aanvragen.
Laadvermogen
- Er zijn verschillende soorten laadstations beschikbaar, van basisladers tot snelladers en bidirectionele laders. De keuze hangt af van de snelheid waarmee je je auto wilt opladen en de kenmerken van je auto.
- Kies een laadpunt dat overeenkomt met de maximale laadvermogen van je voertuig, om efficiënt gebruik te maken van de oplaadcapaciteit.
Plaatsing van het oplaadpunt
- Het oplaadpunt moet na installatie ook een verplichte keuring ondergaan. Het is daarom aan te raden om het oplaadpunt door een erkende installateur te laten installeren.
- Kies een slim laadpunt.
- Bepaal de meest praktische locatie voor het laadstation. Dit kan een garage, oprit of carport zijn. Zorg ervoor dat het laadstation gemakkelijk bereikbaar is en dat de laadkabel gemakkelijk bij je auto kan komen.
- Informeer hoeveel het kost om een laadstation te installeren en te gebruiken.
- Als het om een bedrijfswagen gaat, vraag dan aan je werkgever of hij (een deel van) de kosten voor de installatie van het oplaadstation thuis dekt.
Veiligheid en regulaties
- Een aparte differentieelstroomschakelaar van 30 mA of minder is vereist voor elke laadpuntinstallatiet. Deze schakelaar, ook wel verliesstroomschakelaar of aardlekschakelaar genoemd, beschermt je tegen elektrische schokken bij indirect contact.
- Zorg ervoor dat het oplaadpunt het CE-keurmerk draagt, wat aangeeft dat het in Europa verkocht mag worden omdat het voldoet aan de Europese veiligheidsnormen.
U moet uw eigen oplaadpunt of dat van uw werkgever registreren bij Fluvius. Dit kunt u heel eenvoudig doen via Mijn Fluvius.