Berekening groenestroomcertificaten

Groenestroomcertificaten bereken je voor installaties van zonnepanelen in dienst vóór 1 januari 2013 zonder bandingsfactor. Hier ontvang je per 1000 kWh geproduceerde energie één groenestroomcertificaat.

Voor een zonnepanelen installatie in dienst na 1 januari 2013 bereken je de groenestroomcertificaten met een bandingsfactor.

Wat is een bandingfactor?

Een bandingfactor is een coëfficiënt die jaarlijks geactualiseerd wordt in functie van het gegarandeerde rendement (5%). Via dat systeem is de certificaatwaarde altijd dezelfde (93 EUR), maar varieert het aantal te produceren kWh per groenestroomcertificaat (GSC). Sinds 2013 wordt er gewerkt met een systeem van bandingfactoren.

Voorbeeld berekening groenestroomcertificaten met bandingsfactor

  • We gebruiken een installatie met een bandingfactor van 0,5 (zie ook het overzicht van de bandingfactoren)
  • Je installatie heeft 4000 kWh geproduceerd
  • Berekening:
    (0,5 x 4000)/1000 = 2 groenstroomcertficaten
  • Bij bandingsfactor 0,5 moet je in dit geval dus 2000 kWh produceren om recht te hebben op 1 certificaat

Een geactualiseerde bandingfactor treedt in werking vanaf één maand na publicatie van het evaluatierapport van het Vlaams Energie-en Klimaatagentschap (VEKA). Als de bandingfactor in de loop van een maand geactualiseerd wordt, wordt de maandopbrengst verdeeld op basis van het aantal dagen, zodat de correcte bandingfactoren kunnen worden toegepast.

Voor zonnepanelen groter dan 10 kVA rapporteert Fluvius de opgewekte hoeveelheid elektriciteit per maand aan de VREG. Een nieuwe bandingfactor kan ook in de loop van een maand van kracht worden. De opbrengst wordt dan verdeeld op basis van het aantal dagen en de correcte bandingfactoren worden toegepast.

Meer informatie over de toepassing van het systeem van groenestroomcertificaten voor en na 1 januari 2013 en de laatste actualisaties van de bandingfactor vind je op de website van Vlaanderen.

Wat is het residu of overschot?

Het residu of overschot is de restwaarde bij de berekening van de groenestroomcertificaten en drukken we uit in aantal groenestroomcertificaten.

Voorbeeld

Heb je een meterstand van je groenestroomteller ingegeven die leidt tot een geproduceerde waarde van 1200kWh voor de opgegeven periode, dan deel je 1200kWh door 1000. Het resultaat van deze berekening is 1,2 wat gelijk staat aan 1 groenestroomcertificaat en een residu van 0,2. In dit voorbeeld heb je dan nog 800kWh nodig om een nieuw groenestroomcertificaat te bekomen.

Dit voorbeeld is enkel van toepassing voor installaties die geplaatst werden vóór 1 januari 2013. Installaties die geplaatst werden na deze datum zijn afhankelijk van een bandingfactor bij de berekening van de groenestroomcertificaten. De restwaarde zal bij deze installaties anders berekend worden en is afhankelijk van de bandingfactoren die van toepassing waren binnen de periode waarin de elektriciteit geproduceerd werd.

Uitbetaling groenestroomcertificaten

Na registratie van de meterstand op je groenestroomteller, voor installaties met recht op steun en een maximaal AC-vermogen van 10kVA, gaat Fluvius na of de meterstand die je opgaf correct en realistisch is. Deze controle  voeren we uit na registratie van de meterstand. Na goedkeuring van de meterstand geven we de nodige informatie aan VEKA en VREG door die de certificaten zullen berekenen en aanmaken. Na ontvangst van de certificaten door deze partijen verwerken wij de certificaten en betalen deze uit. Binnen maximaal zes weken mag je uitbetaling van de groenestroomcertificaten verwachten.

Voor btw-plichtige klanten betalen we de certificaten uit via een bestelbon en factuur aan Fluvius, voor niet-btw-plichtige klanten storten we het bedrag op het opgegeven rekeningnummer.